-
1 deposit
n. pand, deposito; voorschot; laag (geol.)--------v. deponeren; neerleggen; verdrievoudigendeposit1[ dippozzit] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 onderpand ⇒ waarborgsom, aanbetaling; statiegeld♦voorbeelden:3 money in/on deposit • geld à/in deposito————————deposit2〈 werkwoord〉 -
2 opzegging
♦voorbeelden: -
3 opzegging
2 [opzegtermijn] cancellation ⇒ termination, resignation 〈van een betrekking/een lidmaatschap〉, 〈 op termijn〉 notice♦voorbeelden:1 opzegging van de huur • cancellation/termination of tenancy; 〈 door eigenaar〉 notice (to leave/quit); 〈 door huurder〉 notice (of leaving/moving/removal) -
4 opzeggingstermijn
opzeggingstermijn, opzegtermijn1 (period/term of) notice♦voorbeelden:met een opzeggingstermijn van drie maanden • subject to three months' noticeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > opzeggingstermijn
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский